Woorden over de wildernis. Oude en nieuwe visies op de natuur. Rolf Roos, Frank Saris & Nico van der Wel (red.). 2014. Uitgeverij Natuurmedia, Amsterdam. ISBN 9789082043655· 176 pag. Verkoopprijs € 29,95 (voor leden van een natuurorganisatie € 19,95).
Als je in een tijdperk van dominante visuele informatieoverdracht een natuurboek op de markt brengt dat alleen maar woorden bevat, dan ben je of totaal niet op de hoogte van ‘de’ vraag uit ‘de’ markt of je hebt een gewoon goed maar nogal tegendraads idee. ‘Woorden over de wildernis’ behoort heel duidelijk tot de tweede categorie. De drie redacteuren hebben een fraaie bloemlezing bij elkaar gebracht van relevante historische en hedendaagse visies op hoe het verder zou moeten (of kunnen) met de Nederlandse natuur. De rode draad is de rol die ‘wildernis’ daarin zou kunnen (of moeten) spelen, met een mooie afwisseling tussen ‘voor’ en ’tegen’. Zo krijgt een fervent voorstander van ‘het’ wildernisdenken als Bram van de Klundert in deze bundel alle ruimte, maar wordt evenzo goed inhoudelijk weersproken door wildernis “sceptici als Koos van Zomeren en Frits van Beusekom. De meer polemisch getoonzette bijdragen worden gelardeerd met persoonlijke verhalen over de bijzondere betekenis van bepaalde gebieden voor de auteurs, zoals het meeslepende pleidooi voor de stadsnatuur in de Jordaan van Peter Kollee. De informatieve bijdragen over volgens de overlevering legendarische natuurgebieden als het Beekbergerwoud en de Beer worden door het historische verhaal van Henny van der Windt in hun juiste context geplaatst. Bij dit alles is het opvallend dat niet alleen auteurs van naam uit de natuurbescherming zijn geselecteerd, maar ook auteurs met een heel andere achtergrond, zoals essayist Kester Freriks, journalist Tracy Metz en Trouwredacteur Peter Henk Steenhuis. Dat komt de balans in de bundel zeer ten goede.
Eén van de meest frappante bijdragen is, hoe kan het anders, van de hand van Victor Westhoff. In zijn legendarische lezing ‘Biologische problemen der natuurbescherming’ uit 1945 (!) schetst hij al een verbijsterend accuraat beeld van de uitdagingen waar natuurbeschermers net na de oorlog voor zouden komen te staan. Met de kennis van nu is zijn vooruitblik nog indrukwekkender dan het toen al was; je leest de visie van een echte ziener. De hier opnieuw afgedrukte lezing illustreert nogmaals de grote betekenis van Westhoff voor de Nederlandse natuurbescherming. Nou ja, op het gebied van de flora en vegetatie dan, want zijn beschouwingen over de ecologische betekenis van broedkolonies van reigers en aalscholvers zijn ‘nogal’ beperkt, om maar te zwijgen van zijn oordeel over de bever; hij acht het voorstelbaar dat een bever in staat is een heel bos op te ruimen, zodat ze toch echt in toom moeten worden gehouden. Hij had als ecoloog beter moeten weten.
Een compliment voor de samenstelling van de bundel is zeer op zijn plaats. De bijdragen zijn qua inhoud en toonzetting goed op elkaar afgestemd en zeer prettig leesbaar. Dat is deels omdat enkele bijdragen al eerder door bekwame redactionele handen zijn gegaan: de bronnen staan netjes achterin vermeld, evenals de achtergronden van de auteurs. Maar de drie redacteuren hebben zich heel goed van hun taak gekweten om van deze diverse bijdragen een geheel te maken. Dat maakt dit tot een geslaagde, zij het nogal eigenwijze uitgave.
Maar met de publicatie van dit boek is het allesbehalve af. De samenstellers nodigen nadrukkelijk anderen uit hun zienswijze of mening op papier te zetten en in te sturen; zie hiervoor
www.natuurmedia.nlfnieuwsfwoordenover-de-wilderniskomende-publicatie-als-e-book-en-paperback.
De redacteuren en de uitgever hebben de eerste, moedige stap gezet; laat hun oproep niet vergeefs zijn. Want pas dan zal ‘Woorden over de wildernis’ écht een succes worden.
Theo Verstrael
De Levende Natuur- september 2014, 115e jaargang, nr 5. pag. 231